Frequently Asked Questions
VM-IVRA
Waar staat de afkorting VM-IVRA voor?
Verkeersmanagement Informatie voor Routeadvies (VM-IVRA). Binnen het VM-IVRA-project werken we aan het delen van regelscenario’s en beleidsinformatie van wegbeheerders om innovatieve in-car toepassingen te ontwikkelen.
Wat is het doel van VM-IVRA?
Onder het motto ‘van verkeersdata naar slim routeadvies’ werken wegbeheerders, serviceproviders en autofabrikanten samen aan de transitie naar digitaal verkeersmanagement. Dat doen ze door data met elkaar te delen en slimme in-car diensten te ontwikkelen waarmee automobilisten sneller en veiliger op hun bestemming komen, rekening houdend met de veiligheid en leefbaarheid van de omgeving. Het doel hierbij is om samen met wegbeheerders digitaal verkeersmanagement verder vorm te geven en toepassingen in de praktijk uit te proberen. Mogelijk ook toepassingen die op termijn als vervanging van de huidige wegkantsystemen kunnen fungeren. Met als ultiem doel om slim routeadvies op maat voor elke automobilist te realiseren, want dat is het verkeersmanagement van de toekomst. In 2025 richt VM-IVRA zich op de verdere ontwikkeling van de digitale vooraankondiging, het Digitaal Informatiebericht (DIB) en de stremmingsmelding via Diego, met als doel het gebruik ervan op nationaal niveau te bevorderen en bijbehorende administratieve processen en monitoring in te richten. Daarnaast omvatten de doelen het digitaliseren van multimodale netwerkkaders en het voortzetten van kwaliteitscontroles voor schoolzones. Tot slot gaan in 2025 ook enkele andere ontwikkelingen van start, waarvan de exacte inhoud en planning nog niet zijn vastgesteld.
Waarom is het nodig om verkeersmanagement verder te digitaliseren?
Weggebruikers vertrouwen steeds meer op hun navigatiesystemen, terwijl wegbeheerders steeds meer te maken krijgen met de beperkingen van de huidige DVM-assets. Wegkantsystemen zoals dynamische informatiepanelen zullen op termijn (geheel of gedeeltelijk) vervangen worden door in-car informatie. Door relevante verkeersmanagementinformatie te digitaliseren en beschikbaar te maken voor serviceproviders kunnen in-car diensten worden verbeterd.
Waarom is het zo belangrijk dat wegbeheerders alvast ervaringen opdoen?
De weggebruiker wordt steeds digitaler. Het gebruik van (slimme)in-car systemen neemt fors toe. Weggebruikers hechten steeds meer waarde aan gepersonaliseerde informatie en vertrouwen meer op in-car informatie dan op informatie van wegkantsystemen. Daarnaast neemt, als onderdeel van de transitie naar digitaal verkeersmanagement, het aantal in te zetten wegkantsystemen af. Zo worden DRIPs lang niet altijd meer vervangen als de technische levensduur is verstreken. Om het door de wegbeheerder gewenste gebruik van het wegennet te kunnen realiseren is informatie-uitwisseling met serviceproviders en het bereiken van de weggebruiker via in-car-systemen noodzakelijk.Om verkeerstromen te kunnen blijven beïnvloeden, is de inzet van digitaal verkeersmanagement essentieel voor wegbeheerders. VM-IVRA biedt de mogelijkheid om in-car-informatie toe te passen, zoals digitale vooraankondigingen, digitale informatieberichten en stremmingsmeldingen. Het advies van VM-IVRA is om klein te beginnen met deze toepassingen en de inzet geleidelijk uit te breiden op basis van opgedane ervaring, waarbij de transitie naar digitaal verkeersmanagement stap voor stap binnen de eigen organisatie wordt geïntegreerd.
Onder welke vlag wordt VM-IVRA uitgevoerd?
Het VM-IVRA-project wordt in 2025 voortgezet en valt onder het BO-MIRT.
Tot en met 2024 fungeerde het Landelijk Verkeersmanagement Beraad (LVMB) als inhoudelijke opdrachtgever, terwijl de uitvoering plaatsvond binnen het programma Talking Traffic van Rijkswaterstaat. De ontwikkelingen binnen het project worden uitgevoerd namens en ten behoeve van alle wegbeheerders in Nederland.
Hoe kunnen ‘kleine’ wegbeheerders meedoen?
Voor bepaalde toepassingen, zoals het gebruik van vooraankondigingen, kunnen wegbeheerders een account aanvragen in Melvin. Voor diensten zoals stremmingsmeldingen of DIB’s worden regelscenario’s toegepast, waarbij lokale of regionale verkeerscentrales ondersteuning kunnen bieden aan wegbeheerders. Daarnaast kunnen er op regionaal of provinciaal niveau afspraken bestaan om gemeenten te begeleiden bij de implementatie.
Wat is de relatie met andere projecten?
In het VM-IVRA project zijn ontwikkelingen meegenomen uit allerlei projecten. Zo zijn de lessons learned uit Socrates 2.0 meegenomen en wordt samengewerkt met de inmiddels afgeronde projecten Safety Priority Services, IDEA en Slim Sturen Vervolg (SmartwayZ.NL).
Welke partijen werken er mee aan VM-IVRA?
De ontwikkelingen onder VM-IVRA zijn uitgevoerd in samenwerking met NDW en Be-Mobile (Flitsmeister), Tripservice (Waze), Locatienet (met de Onderweg app), ANWB (Onderweg) en Geojunxion. Evaluaties zijn door Twynstra Gudde uitgevoerd. Voor 2025 zijn afspraken gemaakt met Flitsmeister en Tripservice voor doorgifte aan de weggebruiker van de Digitale vooraankondigingen en DIBs (Digitaal Informatieberichten) en met de ANWB over de Digitale Vooraankondiging. Andere data, zoals schoolzones en stremmingen wordt als open data verspreid via NDW en kan door elke marktpartij worden ingezet. Omdat het open data betreft, is er geen informatie door welke serviceproviders deze data wordt ingezet.
Wat is het bereik van de in-car informatie?
Dat verschilt per dienst en hangt ook af van de mogelijkheden die de serviceproviders heeft om het bereik te monitoren. Bij inzet van VM-IVRA diensten wordt aan de betreffende wegbeheerder aan het einde van de maand een rapportage aangeboden waarin het bereik van de ingezette dienst is uitgewerkt. Een voorbeeld rapport kan worden opgevraagd via info@vmivra.nl.
Wordt al nagedacht over feedback van weggebruikers?
De rol van feedback van serviceproviders (en indirect van de weggebruiker) krijgt steeds meer nadruk. Daarnaast brengt de Europese RTTI-verordening hiervoor ook specifieke verplichtingen met zich mee. In 2025 worden belangrijke stappen verwacht op zowel technisch als organisatorisch vlak. Feedback, bijvoorbeeld over onjuistheden in de informatie, moet uiteindelijk bijdragen aan het verbeteren van de datakwaliteit die door wegbeheerders wordt geleverd.
Wat zijn de voornaamste resultaten van de in 2022 uitgevoerde Proof of Concept?
In het voorjaar en de zomer van 2022 voerde het VM-IVRA-project een Proof of Concept uit: een praktijkproef om te onderzoeken of, en in welke mate, het uitwisselen van verkeersdata waardevol is. De resultaten toonden aan dat in-car informatievoorziening aanzienlijke voordelen biedt voor verschillende use-cases en dat deze berichten een effectieve vervanging kunnen zijn voor wegkantinstrumenten zoals (berm)DRIP’s en tekstkarren. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de overgang van fysieke wegkantsystemen naar digitale in-car informatie.
Wat is de relatie met de Europese regelgeving?
In VM-IVRA doen we ervaring op met in-car toepassingen en bereiden we ons voor op de Europese afspraak die in 2022 is gemaakt over het gebruik van realtime verkeersinformatie diensten. Deze Europese gedelegeerde verordening 2015/962 (Realtime Traffic Information – RTTI) geeft aan dat serviceproviders verkeersgerelateerde data, zonder extra kosten, dienen te verwerken en integreren in relevante diensten die zij aan eindgebruikers verstrekken. Dit is vastgelegd in Europese wetgeving en verordeningen, te weten de (in oktober 2023 herziene) Intelligent Transport Systems (ITS) Directive en de gedelegeerde verordening RTTI. Voor meer informatie over de RTTI zie: https://www.crow.nl/downloads/pdf/verkeer-en-vervoer/verkeersmanagement/d397_real-time-traffic-information_nl.aspx Dit omvat gegevens over onder andere verkeerscirculatieplannen, verkeersmaatregelen en -beperkingen die door bevoegde wegbeheerders zijn vastgesteld en via een nationaal toegangspunt digitaal beschikbaar worden gesteld. VM-IVRA draagt bij aan de ontwikkeling, beproeving en ontsluiting van enkele belangrijke RTTI-data-items, zoals stremmingen, Traffic Circulation Plans en Avoids.
Wat is de directe relatie tussen de RTTI en VM-IVRA?
Nederland speelt een prominente rol in de Europese dialoog tussen wegbeheerders en serviceproviders over de verdere uitwerking van de RTTI. De Nederlandse ervaring met digitaal verkeersmanagement wordt daar gedeeld, onder andere in de vorm van best practices. Ook de toepassingen van VM-IVRA worden in dit verband onder de aandacht gebracht.
Hoe zit het met de betaling voor serviceproviders voor vooraankondigingen?
Momenteel worden vooraankondigingen op basis van betaling doorgezet door de gecontracteerde serviceproviders.
Blijft dit zo?
Ja, het is gegarandeerd dat er in 2025 budget beschikbaar is, en het wordt verwacht dat dit de daaropvolgende jaren ook het geval zal zijn. Bovendien zijn er met de serviceproviders afspraken gemaakt voor 2025.
Wat kunnen serviceproviders met doelgroepen en waarom moet ik die dan invullen?
Dit is nog een ‘erfenis’ uit de Proof-of-concept-fase. Het onderscheiden van doelgroepen door serviceproviders wordt nog niet veel toegepast en vraagt bijvoorbeeld ook dat serviceproviders weten van hun gebruiker met welke modaliteit zij reizen. Voor de toekomst sluiten we de mogelijkheid van het onderscheiden van doelgroepen niet uit. Het kan bijdragen aan het streven om weggebruikers zo gericht mogelijk te informeren en informatie niet aan te beiden aan gebruikers voor wie een bericht geen waarde heeft.
Hoe kan ik als wegbeheerder starten met Diego?
Aanmelden voor het gebruik van Diego verloopt via NDW. Zie daarvoor onder andere de Diego handleidingen op NDW Doc’s. De eerste VM-IVRA functie, het delen van tunnelstremmingen, is inmiddels beschikbaar in Diego. Momenteel wordt door VM-IVRA gekeken of deze functie breder toegepast kan worden, bijvoorbeeld voor oeververbindingen. Met VM-IVRA (info@vmivra.nl) kan contact opgenomen worden om van deze functie in Diego gebruik te maken.
Waarom zijn er verschillende tools, Melvin, Diego en een intekentool?
De functionaliteit die in de VM-IVRA Proof-of-Concept-fase meerwaarde heeft bewezen is vervolgens opnieuw ontwikkeld. Daarbij is gekeken in welke NDW-tool deze nieuwe functionaliteit het beste geplaatst kan worden om zo optimaal mogelijk aan te sluiten bij bestaande functionaliteit en bestaande (werk)processen. De vooraankondiging is daarom onderdeel van Melvin geworden, de stremming en de inzet van DIBs onderdeel van Diego en de schoolzone onderdeel van George.
Wanneer gaat VM-IVRA met de avoid aan de slag?
In het kader van de uitwerking van de Europese gedelegeerde RTTI verordening (zie elders in deze FAQ) vindt een dialoog plaats tussen beheerders en serviceproviders. Een van de use case hierin betreft de zogenaamde Traffic Circulation Plans, waaronder ook het gewenst gebruik van het wegennet. Het vermijden van wegen met een avoid-request moet in deze dialoog een plek krijgen, maar is nog niet gestart. Het streven is om hier in 2025 een begin mee te maken.
Hoe weet ik als wegbeheerder dat het in Melvin ingetekende stemmingswegvak gebruikt wordt door serviceproviders?
Het in Melvin ingetekende stremmingswegvak wordt als zodanig in DATEX gedeeld met de serviceproviders. Het is vervolgens aan de serviceprovider om te bepalen hoe dit wordt vertaald. Het kan bijvoorbeeld zijn dat dit wegvak vertaald wordt naar één of meerdere ‘pinnen’ met rond iedere pin een gebied waarin weggebruikers met de app van die serviceprovider worden geïnformeerd.
Hoe weet ik als wegbeheerder of de instellingen (configuratie in Melvin/Diego) correct zijn overgenomen door serviceproviders?
Bijvoorbeeld de oorzaaklocatie bij vooraankondigingen, de DIB’s en de DIB-teksten?In Melvin en Diego wordt teksten zoveel mogelijk automatisch gegenereerd. En daarnaast wordt het 4-ogen-principe toegepast om er zo goed mogelijk voor te zorgen dat de beschikbaar gestelde informatie van goede kwaliteit is zodat serviceproviders dit zo veel mogelijk geautomatiseerd over kunnen nemen. Hoe de informatie daadwerkelijk wordt overgenomen is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de serviceprovider.
Hoe wordt de datakwaliteit geborgd?
Er zijn allerlei voorzieningen om de datakwaliteit te borgen. Bijvoorbeeld door controles bij het invullen van informatie in de verschillende applicaties. Bij digitale vooraankondigingen en wegwerkzaamheden en bij het Digitaal Informatiebericht (DIB) worden de te verspreiden teksten in vrijwel alle gevallen automatisch gegenereerd. Zo is zeker dat een bericht de juiste informatie bevat, compleet is en geen spelfouten heeft. Alleen bij complexe situaties worden teksten met de hand samengesteld. Daarbij wordt het vier-ogen-principe toegepast: de tekst moet altijd door een tweede persoon worden gecontroleerd.Bij stremmingsinformatie wordt de informatie alleen uitgestuurd als een wegverkeersleider een scenario activeert. Deze heeft voor deze handeling geverifieerd dat er daadwerkelijk een stremming aanwezig is.
In de loop van 2024 gaat de NDW voor het uitsturen van stremmingsinformatie aan de hand van andere databronnen zoals floating car data, controleren of de stremming daadwerkelijk aanwezig is.Voor schoolzones worden de schoolzones door NDW geïnventariseerd en door elke gemeente zelf op juistheid en volledigheid gecontroleerd. Bij de schooltijden is in de data aangegeven over welk schoolseizoen de data betrekking heeft. Daarmee kan de serviceprovider zelf bepalen of de data voor haar dienstverlening nog actueel genoeg is.
Kun je ook DIBs inzetten met de bestaande verkeersmanagement systemen?
Ja, mits de DIBs als instrument kunnen worden toegepast in een regelscenario en het NMS een verbinding heeft met NDW, zodat bij het activeren van een regelscenario de relevante informatie (DIBs, stremmingen) kan worden uitgestuurd. Voor de inzet vooraankondigingen is geen NMS vereist.
Is op straat effect merkbaar als voor schoolzones wordt gewaarschuwd?
Dat is in de VM-IVRA-proef niet gemeten. Van de 3.500 gebruikers die hebben deelgenomen aan de enquêtes in de proef, gaf ruim 2/3 wel aan de waarschuwing waardevol te vinden. En meer dan de helft geeft aan, alerter te zijn en het gedrag te hebben aangepast door langzamer te gaan rijden na het krijgen van zo’n digitale waarschuwing. In het project Spitsmijden in Brabant is in 2012-2013 gedemonstreerd dat in-car-informatie bij schoolzones daadwerkelijk tot een verlaging van de rijsnelheid leidde.
Zijn schoolzone waarschuwingen snelheidsafhankelijk?
Dat is een mogelijkheid, als de actuele rijsnelheid bekend is. In de VM-IVRA-proef is dit niet toegepast. Het is aan de serviceprovider om te bepalen of, in welke vorm en wanneer de weggebruiker bij een schoolzone wordt gewaarschuwd.
Wordt er ook gewaarschuwd bij middelbare scholen voor schoolzones?
De situatie rond middelbare scholen is anders dan bij basisscholen. Zo komen de leerlingen gespreid over de dag van en uit de school, al zijn er wel piekmomenten. Ook is vaak sprake van fietsroutes met soms grote aantallen scholieren en verkeersonveilige situaties. Er zijn overigens maar weinig middelbare scholen met een schoolzone.
Gaat VM-IVRA ook informatie over BSO (buitenschoolse opvang) delen met serviceproviders?
Op dit moment is de kwaliteit van de beschikbare informatie over de openingstijden (op schooldagen, in vakanties) voor BSO´s onvoldoende om betrouwbare (juiste, actuele) informatie te kunnen verstrekken.
Moeten wegbeheerders of scholen betalen om de schoolzone informatie in-car te krijgen?
Nee, zowel wegbeheerders en scholen hoeven niet te betalen. De data wordt als open data beschikbaar gesteld.
Hoe groot moet een schoolzone zijn?
De schoolzone wordt door de wegbeheerder bepaald. In de schoolzonedata is de schoolzone opgenomen zoals fysiek op straat met borden en/of markering is begrensd. In vervolg op de door VM-IVRA uitgevoerde proef heeft het CROW in opdracht van het ministerie van IenW een publicatie opgesteld over de inrichting van schoolzones. https://www.crow.nl/kennisproducten/schoolzones-toepassing-en-inrichting/
Wat is de rol van de PO-raad?
Bij de PO-raad kunnen scholen informatie over de school in een database vastleggen, waaronder de schooltijden, vakanties en vrijedagen. De PO-raad levert deze data aan NDW die de informatie toevoegt aan de locatiegegevens van de schoolzone.
Hoe worden milieuzones en zero-emissiezones gedeeld zodat deze in-car beschikbaar komen?
Alle informatie op de borden over milieu- en zero-emissiezones wordt in de milieuzone-data meegegeven aan de serviceprovider. De serviceprovider vertaalt dit naar een voor de gebruiker passende en begrijpbare tekst. Als de provider informatie heeft over bijvoorbeeld de gebruikte brandstof of emissieklasse is het mogelijk om informatie beter afgestemd op de weggebruiker aan te beiden. Of dit gebeurt is aan de serviceprovider.
Is er een hulplijn?
Heb je advies nodig over de verschillende VM-IVRA toepassingen of wil je bijvoorbeeld weten hoe je digitale vooraankondigingen kunt inzetten? Of heb je vragen over de inzet van een Digitaal Informatie Bericht (DIB) of welke teksten je erop dient te plaatsen? Raadpleeg dan onze VM-IVRA helpdesk via helpdesk@vmivra.nl.Heb je vragen over de werking van of een account voor de NDW-applicaties Diego (stremmingen en DIBS), Melvin (Vooraankondigingen) en George (schoolzones)? Stuur dan een mail naar mail@servicedeskndw.nu.